Hoogsensitiviteit – HSP

Deze term wordt steeds bekender, gelukkig. Maar wat is dat nu precies, hoogsensitiviteit, of een hoogsensitief persoon (HSP)? Het is in elk geval geen diagnose, of iets wat verkeerd is. Het is ook geen ‘vaag iets’ of verzinsel. Wat is het dan wel en hoe herken je het? Daar heb ik me in verdiept en de informatie die ik heb gevonden deel ik graag met je.
Ten eerste: Ik spreek over ‘de HSP’ en ‘HSP’s’ als entiteit omdat dit makkelijker vertelt. Het is echter een karaktereigenschap en geen pure definitie van wie je bent. Het is onderdeel van het hele kleurenpallet wat jou uniek maakt.

De term HSP (Highly Sensitive Person, of Hoog Sensitief Persoon) is geïntroduceerd door Elaine Aron in de jaren 90 en zij heeft er zeer uitgebreid onderzoek naar gedaan. Laat ik beginnen met het belangrijkste: HSP is wetenschappelijk bewezen. Het is aangetoond dat de hersenen anders werken bij HSP’s, het is aangeboren en erfelijk en het is géén stoornis. Uit het onderzoek blijkt dat het brein van 15-20% van de bevolking echt anders werkt. HSP’s hebben een gevoeliger zenuwstelsel. In 1 zin zou je HSP als volgt kunnen omschrijven:

Hoogsensitiviteit is een aangeboren karaktereigenschap met een grote gevoeligheid voor interne en externe stimuli, welke op een diepgaande manier worden verwerkt en ervaren.

HSP’s herkennen zichzelf over het algemeen in de volgende uitspraken:

 

De uitwerking van hoogsensitiviteit is onder te verdelen in 3 gebieden; biologisch, sociaal en psychologisch.

Biologisch

Zoals al gezegd, het brein van de HSP werkt anders. Hier zijn veel onderzoeken naar gedaan en het is intussen onherroepelijk aangetoond, o.a. door scans en MRI’s. HSP zit letterlijk in de genen. Zo hebben ze o.a. een variant op de neurotransmitter noradrenaline, wat ervoor zorgt dat ze de wereld echt anders ervaren.

Het brein van een HSP is drukker dan een niet-HSP. Uit onderzoek blijkt dat bij HSP’s meer hersengebieden inschakelen en de activiteit per gebied ook groter is wanneer er een prikkel binnen komt. De werking van het brein verschilt op alle drie de stadia van informatieverwerking; opmerken, verwerken en reageren.

Opmerken: HSP’s hebben een lage drempel voor het waarnemen van stimuli en nemen daarin ook veel nuances waar. Waar een niet-HSP naar een presentatie kan luisteren en zich vooral focust op de inhoud, neemt een HSP alle details waar. De toonhoogte en toonwisselingen in de stem van de presentator, eventuele trillingen of onregelmatigheden in de adem, de gezichtsuitdrukking en de lichaamstaal, bepaalde woordkeuzes, de sfeer in de zaal, de bewegingen van de personen om zich heen, het licht wat heel licht flikkert, het gezoem van de projector, de broek die net even wat knelt met zitten, dat het wat warm is in de zaal en dat hij toch wel honger heeft… en ga zo maar door. Het voelt voor de HSP alsof hier geen filter op zit. En dat lijkt te kloppen. Uit het onderzoek bleek namelijk dat de thalamus, de poortwachter voor prikkels, veel meer door laat bij HSP’s.

Het gaat bij het waarnemen van de prikkels niet alleen om externe prikkels van de omgeving die via de zintuigen worden waargenomen, maar ook om de interne prikkels, zoals gedachtes, emoties & fysieke innerlijke prikkels zoals bijvoorbeeld spanning, stress signalen, honger of pijnklachten. Innerlijke prikkels ontstaan tevens door het proces van diepgaande verwerking wat plaatsvindt in het brein van de HSP.

Diepgaande verwerking en reageren: Het brein is dus actiever, er wordt meer gedaan met de informatie die binnenkomt. Daarnaast is er bij veel HSP’s sprake van het ‘pause-to-check’-systeem. Dit houdt in dat ze zich van alle details en mogelijkheden gewaar worden en vervolgens de best mogelijke conclusie willen trekken.

Het proces in het brein volgt de volgende stappen:

  1. De diepgaande informatieverwerking zorgt ervoor dat HSP’s de zintuiglijke informatie in een groter geheel willen plaatsen. Nut en noodzaak moeten helder zijn. Zo lang dat niet zo is, zullen ze vragen blijven stellen om de context helder te krijgen. Een mooie uitspraak hierover is “HSP’s kijken altijd naar het hele bos en vervolgens naar de afzonderlijke bomen die hierin staan.” Zonder het totaalplaatje van het bos hebben ze voor hun gevoel onvoldoende informatie om een juiste keuze te maken (over het belang daarvan kom ik later terug).
  2. Vervolgens wordt alle informatie van buiten het lichaam én van binnenin het lichaam geïntegreerd. Er worden eventuele verbanden gelegd en eerdere ervaringen en kennis worden aan het plaatje toegevoegd. Ook wordt de sociale setting geïnterpreteerd, bijvoorbeeld de wensen van de ander, het eventuele risico op afwijzing of het belang van de grotere groep. De insula is hierbij één van de gebieden die sterker is geactiveerd bij de HSP.
  3. Met dit volledige plaatje volgt een analyse van risico’s en mogelijkheden. Alle opties worden bekeken, met als doel om de meest optimale keuze te kunnen maken.
  4. Bepalen van actie. Al deze stappen zijn input voor het bepalen van mogelijke acties. Hierbij worden eventuele gevolgen en verwachtingen ook meegenomen. De opties worden afgewogen tegen eventuele risico’s.
  5. Na dit proces volgt de reactie, welke logischerwijs vaak langer duurt bij een HSP’er. Nu lijkt bovenstaand proces uren te kunnen duren, wat ook zeker kan gebeuren bij grote beslissingen, maar over het algemeen gaat dit in een zeer hoog tempo en speelt veel zich af in het onderbewuste of zelfs onbewuste.
  6. Na het geven van de reactie volgt zelfreflectie. HSP’s hebben een grote mate van zelfreflectie. De drive om ‘het goed te doen’ is erg groot. Hierover meer in het volgende blok: ‘sociaal’. Na het geven van hun reactie gaat bovenstaand proces weer van start, op basis van de signalen die ze oppikken na het uiten van hun reactie.

Zoals je kunt zien werkt het brein van HSP’s hard. Hierdoor is er vaak meer tijd nodig om te reageren en is er ook meer hersteltijd nodig. Dit laatste is belangrijk om overprikkeling te voorkomen.

Sociaal

Het sociale aspect speelt voor de HSP een grote rol. Diverse gebieden in het brein die te maken hebben met de sociale omgeving zijn actiever. Ze zijn zich bewuster van de sociale omgeving. Ook hebben ze een aantal specifieke gen-varianten die gerelateerd zijn aan het dopamine systeem en het straf- en beloningssysteem. Deze systemen werken dus ook weer daadwerkelijk anders dan bij niet-HSP’s.

Over het algemeen kun je zeggen dat de HSP het belangrijk vindt om dingen ‘goed’ te doen, om geen fouten te maken. Vandaar ook het pause-to-check systeem wat ik net beschreef. Ze reageren sterk op signalen van afwijzing of goedkeuring van hun omgeving. Van nature stellen HSP’s het grotere belang voorop, ze zijn eerder altruïstisch dan egoïstisch. Daarnaast hebben ze een groot invoelend vermogen. fMRI onderzoek van Bianca Acevedo heeft aangetoond dat HSP’s sterker gericht zijn op de sociale omgeving en sneller sociale prikkels of emoties waarnemen en daar naar handelen. Ook heeft ze aangetoond dat de spiegelneuronen sneller geactiveerd worden dan bij niet-hoogsensitieve personen. HSP’s voelen snel de emoties van anderen en de sfeer in een ruimte. Van nature streven ze naar het brengen van balans, vaak weten ze dan ook intuïtief wat er nodig is om die balans te brengen.

Vanuit historisch oogpunt wordt gezegd dat HSP’s vroeger de rol hadden van adviseurs voor de koning, helers voor het volk en zelfs de zieners en priesters. In deze tijden zie je ze vaak terug in de rol van therapeut, zorgverlener, spirituele beroepen.

Een andere rol komt voort uit hun alertheid op gevaar. Het HSP zenuwstelsel staat als het ware continue paraat en scant de omgeving of het wel veilig is. In de stammen vroeger hadden deze mensen de rol als klokkenluider voor gevaar. Net als in een kudde dieren, waarbij er een aantal dieren in die kudde gevoeligere voelsprieten hebben voor dreiging. Uit diverse onderzoeken blijkt dan ook dat hoogsensitiviteit ook in de dierenwereld voorkomt. Van de hoger ontwikkelde diersoorten is zo’n 15-20% hoogsensitief. Het is dus een natuurlijk verschijnsel.

De sociale omgeving heeft als laatste ook een zeer belangrijke rol in hoe de HSP gedijt in het leven. Zowel de negatieve als positieve invloeden vanuit de omgeving hebben bij HSP’s namelijk een grotere impact, dit heet ‘differential susceptibility’. Dit komt mede door het gen 5HTTLPR, wat voorheen gelinkt werd aan depressiviteit. Uit recent onderzoek blijkt dit gen gelinkt te zijn aan differential susceptibility.

Wanneer een HSP is opgegroeid in een liefdevol gezin, waarbij er voldoende erkenning en ondersteuning en motivatie was, zal die daar meer voordelen van ervaren dan een niet-HSP uit zo’n gezin. Wanneer een HSP daarentegen opgroeit zonder steun en veiligheid, dan is de impact en daardoor bijvoorbeeld de kans op depressie en angststoornissen vele malen groter dan bij een niet-HSP.

En dit gaat door in de rest van het leven. Het is voor een HSP dus erg belangrijk om de positieve energie in hun leven uit te nodigen. Tegenslagen komen harder binnen, maar positieve interventie heeft ook weer meer impact. Gelukkig zetten ze hun voelsprieten ook in om te kijken naar kansen, mogelijkheden en mensen die een positieve uitwerking op ze hebben. Zo kan een HSP enorme stappen maken wanneer ze het pad van (zelf)heling bewandelen.

Psychologisch

Zoals niet alle mensen hetzelfde zijn, zijn ook alle HSP’s verschillend. HSP is een karaktereigenschap, iedereen heeft zijn of haar eigen mix van karakter-eigenschappen die ze uniek maakt. Er zijn over het algemeen wel vier type HSP’s te onderscheiden. Hierbij zijn twee factoren van belang. Is iemand introvert (meer naar binnen gericht, laad op wanneer ze alleen zijn) of extravert (meer naar buiten gericht, laad op in gezelschap) en zoekt iemand naar rust of juist naar sensatie (stimuli).

Ongeveer 30% van de HSP’s is een HSS; de ‘High Sensation Seeker’. Zij hebben naast het risico voor overprikkeling een extra uitdaging; ze zijn ook gevoelig voor onder-prikkeling. Een echte oefening dus in het behouden van een gezonde balans. Voor de hoogsensitieve HSS kan het voelen alsof er intern twee delen continu met elkaar in discussie gaan. Het gevoelige deel, wat kiest voor rust, risico mijden en veiligheid, en het HSS deel, wat op zoek is naar avontuur, spanning en risico’s. Vaak wordt over HSS gezegd: ‘Je leeft met één voet op het gaspedaal en met één voet op de rem’.

De hoogsensitieve HSS’er kun je als volgt herkennen. Naast alle hoogsensitieve kenmerken hebben ze juist ook behoefte aan het voelen van genoeg sensaties. Ze zoeken vaak een fysieke kick en avontuur op, hebben een drang naar vernieuwing en verandering en zijn snel verveeld of onderprikkeld. Ze hebben vaak een sterke eigen wil en krachtige aanwezigheid. De pauze in het pause-to-check systeem is wat minder sterk aanwezig. Ze zijn nog steeds diepe denkers, reflecteren op hun gedrag en zijn gevoelig voor sociale goedkeuring, maar ze zijn daarbij wat impulsiever en gedurfder.

Deze extra factoren naast alle eerder genoemde eigenschappen van HSP’s zijn naar mijn idee belangrijk om mee te nemen. Het toont namelijk aan hoe de energiehuis-houding van de verschillende types werkt en hoe ze deze dus in balans kunnen houden. 

In het kort kun je de vier types alsvolgt omschrijven:

HSP type 1: de introverte rustzoeker

Iemand die graag alleen is of in 1-op-1 contact. Gedijt het beste in rustige omgevingen en regelmaat. Is veel aanwezig in de eigen binnenwereld en gek op dagdromen.

Valkuil: Kan overprikkeld raken door de vele gedachten en emoties. Deelnemen aan activiteiten in een groep mensen kan ook sneller tot overprikkeling leiden.

HSP type 2: de extraverte rustzoeker

Houdt ook van rustige omgevingen en regelmaat en is graag in het gezelschap van anderen die ook houden van rust.

Valkuil: voelt vaak een wrijving tussen het opzoeken van de externe wereld en de behoefte aan rust en weinig prikkels. Belangrijk om ook voldoende me-time te plannen.

HSP type 3: de introverte sensatiezoeker

Zoekt diversiteit en afwisseling, maar niet per se in een sociale context. Heeft vaak een handjevol goede vrienden. Sensaties worden vaak gezocht in belevingen, alleen op avontuur gaan, nieuwe projecten.

Valkuil: kan zich teveel terugtrekken en daardoor onderprikkeld raken. Belangrijk om goed in eigen gezelschap te kunnen zijn. Overprikkeling komt vaak vanuit de binnenwereld, gedachtes, ideeën, opgekropte emoties.

HSP type 4: de extraverte sensatiezoeker

Wordt vaak niet herkend als HSP’er. Is sociaal, energiek, praat graag en zoekt allerlei prikkels op. Emoties stromen meestal makkelijk.

Valkuil: Voelt vaak de grens niet en is dan ineens compleet overprikkeld en op. Ondanks de grote behoefte aan contact en prikkels is de ontlading en rust net zo belangrijk.

Type 5 en 6: Het grootste deel van de mensen is niet 100% introvert of extravert. Veel HSP’s zullen zich dus herkennen in de ambivert en een mix zijn van type 1 en 2, of tussen type 3 en 4. In dat geval is het nog belangrijker om de juiste balans te vinden tussen opladen alleen of opladen in gezelschap.

Erkenning

Mij en vele andere hoogsensitieve mensen heeft het jaren gekost om dit deel de erkenning te geven die het verdient. Het is niet altijd een makkelijke eigenschap, zeker niet in deze wereld die vooral gericht is op hoofdzaken, snelheid en meer. Door het te erkennen kun je er mee gaan werken, in plaats van dat het je tegenwerkt. Het gaat niet weg en zodra je het omarmt hoeft het ook niet meer weg.

Wanneer je benieuwd bent of je HSP bent, kun je op internet allerlei testen vinden. Daarnaast kan een HSP coach je goed helpen in het omgaan met je sensitiviteit. Het is daarbij ook enorm belangrijk om je lijf mee te nemen. Veel HSP’s kunnen niet goed in hun lijf zijn en ervaren daardoor meer last van hun sensitiviteit. IPT kan een sleutel zijn in het thuiskomen in je lijf en het ervaren van een anker in de storm van sensaties.

Deel met anderen: